VRT kost jaarlijks geen 150, maar 100 euro per huishouden
In het radioprogramma De Ochtend op Radio 1 zei Rudy Aernoudt op 2 oktober dat “iedere werkloze die aan het werk gaat de overheid 32.000 euro oplevert.”
Aernoudt was tijdens de uitzending te gast als kabinetschef van Georges-Louis Bouchez, voorzitter van de Franstalige liberale partij Mouvement Réformateur (MR). Hij is ook professor economie aan de UGent. Eerder in april, schreef hij in een opiniestuk in De Tijd al hetzelfde.
Volgens Aernoudt moet de federale overheid de begroting vooral op orde brengen door minder uit te geven en niet door nieuwe belastingen in te voeren, zoals een miljonairstaks. “Als we er bijvoorbeeld in zouden slagen om 80 procent van de mensen aan het werk te krijgen, dan stijgen de inkomsten vanzelf,” zegt hij. Elke extra persoon die aan de slag gaat, zou volgens hem 32.000 euro opbrengen voor de overheid.
Aernoudt onderbouwt zijn stelling met een eigen berekening, die hij in een Word-bestand aan Factcheck.Vlaanderen bezorgde. “In dit verband heb ik berekend wat de kostprijs is van een werkloze. Dat omhelst naast de uitkering ook de activerings- en begeleidingskosten”, schrijft Aernoudt per mail. Al benadrukt hij dat de berekening dateert uit 2024, gebaseerd op cijfers van 2023.
Berekeningen van Rudy Aernoudt.
In die berekeningen bedraagt de uitkering voor een langdurig werkloze 1.233 euro per maand. Als je dat maal twaalf doet, dan bekom je een jaarlijks bedrag van 14.796 euro.
Daarnaast verwijst Aernoudt nog naar de activerings-, administratieve en gezondheidskost. Hij baseert zich daarvoor op een rapport uit 2021 van het HIVA, het onderzoeksinstituut voor arbeid en samenleving van de KU Leuven. Na indexering komt dat bedrag uit op 4.525 euro.
Aan de inkomstenzijde berekent Aernoudt vooral de opportuniteitskosten, ofwel het verlies aan overheidsinkomsten. Werkenden betalen immers belastingen en sociale bijdragen aan de staat. Dat gemiste bedrag raamt hij op 11.050 euro per werkloze per jaar.
“Maar op de uitkering moet ook personenbelasting worden betaald. Houdt Aernoudt daar rekening mee?” vraagt Thomas Boogaerts, arbeidsmarktonderzoeker aan de KU Leuven. "De hoogte van de uitkering hangt bovendien af van de gezinssituatie. Iemand met kinderen krijgt bijvoorbeeld meer dan een alleenstaande", vervolgt hij.
Als weerwoord liet Aernoudt weten dat “1.233 euro het minimum na belastingen is.” Daarop nam Factcheck.Vlaanderen contact op met de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) om het gemiddelde minimum maandbedrag te vragen dat iemand in 2023 kreeg als die langer dan twee jaar werkloos was.
De woordvoerder van de RVA, Kristof Salens, mailde vervolgens de berekeningen voor de meest recente tarieven van 2023:
Volgens de cijfers van de RVA lag het gemiddelde minimum in 2023 rond €1.308 bruto per maand. Na bedrijfsvoorheffing bleef daarvan ongeveer €1.176 netto over.
Aernoudt antwoorde dat er 42 procent alleenstaanden, 33 procent met gezinslast en 26 procent samenwonenden zijn. “Als ik daarop de cijfers RVA toepas, kom ik aan een gewogen gemiddelde van 1.326 euro/maand.”
Zonder de belastingen bekom je 1.193 euro, wat inderdaad dicht bij de 1.233 euro ligt. Maar het gaat hier wel om een gemiddelde. Terwijl Aernoudt het op de radio had over iedere werkloze. Dat is een belangrijke nuancering.
Ook op werkloosheidsuitkeringen worden belastingen ingehouden. Een deel van dat geld vloeit dus terug naar de overheid. De RVA houdt elke maand een deel van de uitkering in als voorafbetaling op de personenbelasting. Het percentage hangt af van de gezinssituatie, maar ligt meestal rond 10%. De netto kost per werkloze ligt daardoor lager dan 32.000 euro.
Wanneer een werkloze opnieuw aan het werk gaat, bespaart de overheid niet alleen de uitkering, maar ontvangt ze ook extra belastingen en sociale bijdragen. Die combinatie van lagere uitgaven en hogere inkomsten wordt het terugverdieneffect genoemd.
Rik Vanhauteghem, woordvoerder van het Federaal Planbureau, verwijst daarvoor naar een rapport van het Rekenhof. Volgens het Rekenhof bedraagt dat gemiddeld ongeveer 30.000 euro per persoon per jaar. Daar staat ook te lezen dat het om een gemiddelde raming gaat, die niet op elk individu van toepassing is.
Volgens Bart Capéau, onderzoeker aan de KU Leuven, geldt het bedrag van 32.000 euro enkel voor een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze met het minimumbedrag en zonder belasting- of bijdrageplicht. “In de praktijk is dat maar een deel van de werklozen,” zegt hij.
Een werkloze kan de overheid gemiddeld rond de 32.000 euro per jaar kosten, maar dat geldt niet voor iedereen. Sommige werklozen betalen belastingen en sociale bijdragen. De uitkering verschilt ook per gezinssituatie. Dat nuanceert Aernoudts uitspraak dat 'iedere' werkloze de overheid evenveel kost.