Belg 'verdient' gemiddeld 2000 euro per jaar dankzij Europese interne markt
“VRT kost 43 euro per Vlaming – en dat is niet veel voor een West-Europese publieke omroep”, dat kopte De Standaard op 10 oktober. In een veelbekeken tweet van Geert Noels eerder dit jaar, waarin hij de kostprijs van verschillende informatiekanalen vergelijkt, klinkt een ander bedrag: via zijn belastingen zou hij 150 euro per jaar betalen voor de VRT. Welk bedrag is het juiste?
Op een pagina die gewijd is aan informatie over overheidsmiddelen geeft VRT aan dat de kostprijs in 2021 per Vlaming 41 euro bedroeg. Om tot dit bedrag te komen deelt de VRT het bedrag van de overheidsfinanciering, 273 miljoen euro in 2021, door het aantal inwoners in Vlaanderen. Recentere gegevens voor 2022 geven 42 euro per Vlaming aan. Dat is meer dan 100 euro minder dan het bedrag dat Noels betaalt volgens zijn tweet. Hoe komt dat?
factcheck.vlaanderen nam contact op met Geert Noels om naar de methode van zijn berekening te vragen. Noels is econoom, opiniemaker en CEO van vermogensbeheerder Econopolis. Via een medewerker van Econopolis laat Noels weten dat hij vindt dat de berekening van de VRT een vertekend beeld geeft. VRT deelt het bedrag van de overheidsfinanciering namelijk door alle inwoners van Vlaanderen. Maar een deel daarvan, waaronder kinderen, werkt niet of betaalt geen belastingen. Noels zou om die reden de kostprijs liever per belastingbetaler berekenen in plaats van per inwoner.
Noels bezorgde ons een schets van zijn berekening: “Er zijn 2.9 miljoen gezinnen. Dus per gezin is dat [= de overheidsfinanciering] al 90 euro. Als je rekening houdt met de andere financieringsbronnen, deels ook toelagen en reclame-inkomsten, dan is het per gezin 155 euro of dicht bij de 150 euro die ik in mijn tweet had gebruikt.”
Hierin komen twee verschillen naar voren. De berekening van Noels omvat zowel de overheidsdotatie als de andere financieringsbronnen van de VRT, die zij zelf ‘eigen inkomsten’ noemen. Ook berekent Noels de kostprijs per huishouden en niet per persoon.
In haar jaarverslag van 2022 – dat je hier kan downloaden – geeft de VRT een overzicht van haar opbrengsten, onderverdeeld in acht financieringspijlers. In 2022 bestond 59% daarvan, ofwel 290 miljoen euro, uit overheidsfinanciering van de Vlaamse Overheid. Het aandeel van de eigen inkomsten bedroeg 41%, ofwel 199 miljoen euro.
De grootste pijler daarvan omvat de ‘boodschappen van algemeen nut en commerciële communicatie’. Een boodschap van algemeen nut (BAN) zijn informatieve boodschappen van overheidsinstellingen of sociale en culturele verenigingen. Deze boodschap wordt tegen vergoeding via de radio- en televisiekanalen uitgezonden. Het tweede luik, ‘commerciële communicatie’, omvat daarentegen alles waarbij een adverteerder iets geeft in ruil voor promotie. De totaalsom van deze pijler werd begrensd op 85 miljoen euro, zoals bepaald in de Beheersovereenkomst tussen de VRT en de Vlaamse Gemeenschap.
De tweede grootste pijler is de ‘exploitatie van het VRT-aanbod’. Deze pijler omvat voornamelijk de inkomsten uit distributiecontracten met onder andere Proximus en Telenet, en de verkoop van programma’s. De derde pijler omvat verschillende vormen van ruilcontracten zoals de mediaruil: overeenkomsten met andere mediagroepen met als doel om elkaars merken langs beide kanten te vermelden.
Voor het overige bestaan de eigen inkomsten uit diverse kanalen, zoals de opbrengst van het VRT-restaurant, het organiseren van evenementen, de verkoop van merchandising en inkomsten uit huur.
Financieringspijlers VRT (bron: Jaarverslag 2022)
Geert Noels telt het bedrag van de eigen inkomsten, 199 miljoen euro in 2022, op bij de overheidsdotatie. Om te evalueren in welke mate dat correct of nuttig is, nam factcheck.vlaanderen contact op met Tim Raats, hoofd van de onderzoeksgroep Media Economics and Policy van imec-SMIT-VUB. Hij specialiseert zich onder andere in het beleid en de strategie van openbare omroepen. Raats laat weten dat de ‘eigen inkomsten’ niet meegerekend mogen worden in de uiteindelijke kost per gebruiker of per belastingbetaler, aangezien het commerciele inkomsten zijn die VRT zelf heeft verworven.
Hier hoort volgens Raats wel een nuancering bij: de grootste pijler van de eigen inkomsten bevatten de boodschappen van algemeen nut (BAN), die enkel door overheidsinstellingen, sociale of culturele verengingen aangekocht kunnen worden. Aangezien een deel van deze organisaties gesubsidieerd wordt, of gelinkt is aan de overheid, zit hier nog een extra aandeel belastinggeld in. Een BAN kan wel niet volledig teruggebracht worden tot belastinggeld, waardoor het onmogelijk is om de grootte van dat extra aandeel belastinggeld te berekenen.
Noels berekende de kostprijs niet per persoon, en dus ook niet per individuele belastingbetaler, maar per gezin. Een berekening per gezin zou meer aansluiten bij de wens om de kost per betaler te berekenen. Door de kostprijs per huishouden te berekenen worden kinderen, die geen belastingen betalen, niet in rekening genomen.
De Franstalige openbare omroep berekende in 2021 haar kostprijs per huishouden. De RTBF zou 134 euro per jaar kosten per Franstalig huishouden. In datzelfde artikel werd ook de jaarlijkse kostprijs van de VRT beraamd op 100 euro per huishouden in Vlaanderen. Arnaud Ruyssen, journalist en schrijver van het artikel, liet weten dat hij de kostprijs per huishouden berekende om zo beter de vergelijking te kunnen maken met andere mediaplatformen zoals Netflix, waarbij een abonnement vaak per gezin of huishouden wordt afgesloten.
In andere vergelijkende studies wordt de kostprijs echter per persoon berekend. Een woordvoerder van VRT liet aan factcheck.vlaanderen weten dat “om publieke omroepen enigszins te kunnen vergelijken met elkaar, de publieke middelen vaak gedeeld worden door het aantal inwoners. Dit maakt het mogelijk om de kostprijs van een publieke omroep te vergelijken tussen verschillende landen. Zeker ten opzichte van landen of regio’s met een gelijkaardige bevolkingsgrootte is het een interessant cijfer, omdat het precies aantoont hoe efficiënt een publieke omroep is.”
De European Broadcasting Union (EBU) publiceert jaarlijks een Public Service Media Barometer waarin ze evalueren hoe openbare omroepen gefinancierd worden. Daarin berekenen ze de kostprijs per inwoner om een vergelijkende analyse te kunnen maken. De barometer is enkel toegankelijk voor leden van de EBU.
Er bestaan dus zowel argumenten voor een berekening per huishouden als voor een berekening per persoon. Om meer duidelijkheid te scheppen in deze kwestie, nam factcheck.vlaanderen contact op met professor Gerlinde Verbist, onderzoekersleider bij het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck (UAntwerpen). In de eerste plaats wijst zij op de complexiteit van dit vraagstuk. Er is geen eenduidig antwoord en ook binnen de academische wereld bestaan er discussies over hoe belastingen en overheidsuitgaven het best toegewezen kunnen worden.
Ten tweede merkt Verbist op dat er verschillende benaderingen mogelijk zijn om de uitgaven van publieke goederen toe te wijzen, zoals bijvoorbeeld per persoon, op basis van inkomen, volgens het belang dat mensen eraan hechten, enzovoort. “Vaak wordt ‘per persoon’ verkozen omdat de andere berekeningswijzen in de praktijk moeilijk te realiseren zijn.” Verbist vraagt zich af of we elk huishouden of elk individu eenzelfde gewicht toekennen: “In de literatuur geniet dat laatste de voorkeur, zoals in een recente studie over de verdeling van de uitgaven van openbare diensten in het Verenigd Koninkrijk. Die studie berekent de ‘spending per person’ voor verschillende publieke diensten. Als we daarentegen elk huishouden eenzelfde gewicht zouden toekennen, dan wordt er geen rekening gehouden met de samenstelling en de grootte van die huishoudens.”
Expert fiscaliteit en overheidsfinanciën, professor Carine Smolders (UGent), merkt op dat het gezin vandaag een diffuser begrip is. Dat geldt zowel op vlak van gezinssamenstelling - denk bijvoorbeeld aan nieuw samengestelde gezinnen of nieuwe woonvormen - als op vlak van mediaconsumptie. “Wanneer een gezin samen naar het aanbod op de televisie kijkt, vormen zij inderdaad samen een groep van consumenten. Vandaag consumeren we media echter steeds minder volgens dat traditionele patroon.”
Als we de kostprijs per huishouden willen berekenen, zonder de ‘eigen inkomsten’ weliswaar, delen we de overheidsdotatie door de 2.926.471 private huishoudens en bekomen we een jaarlijkse kostprijs van 100 euro per huishouden. Per persoon komt de kostprijs gefinancierd door overheidsdotatie neer op 42 euro per jaar.
Ten slotte, zou je ook de kost per belastingbetaler kunnen nagaan, zoals Noels oorspronkelijk bedoelde. Maar volgens Carine Smolders kan die kost onmogelijk correct ingeschat worden, aangezien er geen twee dezelfde belastingbetalers zijn. “De inkomsten van de Vlaamse Gemeenschap komen namelijk uit verschillende soorten bronnen waaraan elke belastingbetaler op diens eigen wijze bijdraagt.”
De overheidsinkomsten van Vlaanderen worden via verschillende manieren verkregen. Omdat iedere belastingbetaler op een andere wijze bijdraagt, kan je volgens Smolders het aantal Vlaamse belastingbetalers niet zomaar achterhalen: “Er bestaat geen een-op-een verhouding tussen bepaalde inkomsten en bepaalde uitgaven. De dotatie die de VRT jaarlijks krijgt wordt dus betaald uit de gezamenlijke spaarpot die op vele verschillende manieren gespijsd wordt. Om die reden is het onmogelijk om op een correcte en betrouwbare manier de kostprijs van de VRT per belastingbetaler te berekenen.”
De bedragen van VRT (42 euro) en Geert Noels (150 euro) verschillen omdat Noels zijn berekening baseert op het aantal huishoudens in Vlaanderen, terwijl VRT naar het aantal inwoners kijkt. Maar ook op basis van het aantal huishoudens is het bedrag lager. De 150 euro houdt ook de eigen, commerciële inkomsten van VRT in rekening. Kijk je enkel naar overheidsfinanciering, dan kom je op een jaarlijks bedrag uit van 100 euro per huishouden.