Op 29 maart organiseerde Hart Boven Hard de tweede editie van de Nationale betoging tegen racisme. Naar aanleiding van deze betoging postte de burgerbeweging een filmpje waarin ze aan de hand van een aantal claims discriminatie anno 2019 aankaart. In de video wordt gesteld dat leerlingen met een migratieachtergrond meer kans hebben op een B- of C-attest dan andere leerlingen. Voor Afro-Belgen zou gelden dat ze meer dan gemiddeld een hoger diploma hebben, maar toch vier keer meer kans om in de werkloosheid te verzeilen. Bovendien zouden mensen met een exotische naam minder kans maken om een geschikte woning te vinden op de huurmarkt, zouden jobs in de media bijna uitsluitend wit zijn en vertoont het aandeel van gekleurde high end-jobs sedert 2013 een dalende trend. Factcheck.vlaanderen zocht voor al die beweringen uit of ze steek houden.

1 Leerlingen met een migratieachtergrond hebben 12% meer kans op een B- of C-attest dan leerlingen zonder migratieachtergrond, zelfs als ze dezelfde punten hebben.

De bewering klopt. Hart Boven Hart deed zijn uitspraken op basis van de Diversiteitsbarometer Onderwijs van het Interfederaal Gelijkekansencentrum UNIA. De barometer is het resultaat van langdurig wetenschappelijk onderzoek door KU Leuven-HIVA, de Universiteit Gent-Steunpunt Diversiteit & Leren en ULB-GERME. Aan de hand van cijfers (kwantitatief onderzoeksluik) en door middel van interviews, bevragingen en focusgroepen (kwalitatief onderzoeksluik) brachten de onderzoekers het leerlingenlandschap in kaart in Vlaanderen en Brussel, bekeken ze de behaalde schoolresultaten en linkten ze de verzamelde data aan gegevens over de socio-economische situatie van leerlingen, aan hun eventuele beperkingen of aan een migratieachtergrond.

Uit het onderzoek blijkt een lineair verband tussen diversiteit op een school en het aantal B- en C-attesten dat er wordt afgeleverd. Zo maken leerlingen met een migratieachtergrond 12% meer kans om van studierichting of school te moeten veranderen dan leerlingen zonder migratieachtergrond. Een B-attest houdt altijd een verandering van studierichting in. Een C-attest zorgt er enkel voor dat een leerling zijn jaar moet overdoen. Dat betekent echter niet altijd dat de leerling ook daadwerkelijk van school moet veranderen.

Geraadpleegde bronnen

2 De werkloosheidsgraad van Afro-Belgen ligt bijna vier maal hoger dan de rest van de bevolking. Bovendien heeft 60% van de Afro-Belgen een diploma hoger onderwijs, terwijl het gemiddelde in België 30% bedraagt. Het aandeel hoger opgeleiden zou ook bij andere bevolkingsgroepen lager liggen dan bij de Afro-Belgen. Deze bewering is slechts ten dele waar

Onderzoek van Université de Liège, Université catholique de Louvain-la-Neuve en de VUB, gesteund door de Koning Boudewijnstichting ( Het onderzoek verscheen onder de titel: Burgers met Afrikaanse roots: een portret van Congolese, Rwandese en Burundese Belgen ) bevestigt dat de werkloosheidsgraad van Afro-Belgen in 2017 vier maal hoger was dan deze bij de rest van de actieve bevolking. Daarnaast ligt het werkloosheidscijfer bij Afro-descendenten die geboren en geschoold zijn in België driemaal hoger. Opmerkelijk is dat het onderzoek enkel naar discriminatie bij Congolese, Rwandese en Burundese Belgen polst. De totale populatie Afro-descendenten in België omvat meer nationaliteiten die mogelijk meer of minder werkloosheid ervaren.

Wat verder opvalt, is dat ondanks het hoge werkloosheidscijfer deze bevolkingsgroep beduidend hoger opgeleid is dan andere groepen met én zonder migratieachtergrond. Het onderzoek van de Koning Boudewijnstichting bevestigt dan ook de bevinding van Hart Boven Hard: uit de studie blijkt dat 60% van de Afro-descendenten inderdaad een hoger opleidingsniveau hebben. Het gemiddelde percentage hoogopgeleide Belgen bedroeg in 2016 29,9%. De bewering moet evenwel genuanceerd worden: de Koning Boudewijnstichting meldt dat het percentage mogelijk overschat is aangezien het onderzoek een hoge respons van hoogopgeleiden kreeg.

Geraadpleegde bronnen

3 Als je in Antwerpen met een vreemd klinkende naam een huis zoekt krijg je in vier op de tien gevallen geen afspraak. Het zou daarnaast wel lukken om met een Belgisch klinkende naam en dezelfde e-mail een afspraak met de verhuurder te maken. Deze bewering klopt, al dient gezegd dat het onderzoek enkel is uitgevoerd met een Maghrebijns klinkende naam, misschien hebben andere nationaliteiten meer/nog minder succes.

Waar komt de bewering vandaan? VUB-professor Pieter-Paul Verhaeghe onderzocht in 2018 discriminatie op basis van etnische afkomst op de Antwerpse huurwoningmarkt. Hij deed dat door de schriftelijke correspondentie tussen mannelijke en vrouwelijke Maghrebijnse huurders enerzijds en verhuurders van Antwerpse huurwoningen anderzijds te analyseren. Daarnaast liet hij de verhuurders voor dezelfde huurhuizen aanschrijven door Belgische huurders om aan te tonen dat eventuele discriminatie daadwerkelijk op etnische afkomst gebaseerd is.

Uit het onderzoek bleek dat de personen van Maghrebijnse afkomst in 40% van de gevallen echt gediscrimineerd werden. Verder bleek de etnische kleur van de naam die aan de correspondentie gelinkt werd wel degelijk een doorslaggevende factor om al dan niet een afspraak te krijgen.

Geraadpleegde bronnen

4 In de Brusselse en Waalse media zijn 96% van de journalisten en presentatoren nog altijd wit. Daarnaast daalt sinds 2013 het aantal gekleurde mensen in de media. Die daling is ook zichtbaar bij andere hooggewaardeerde beroepen zoals professoren, politici, advocaten en artsen.

De bewering klopt. De Baromètre Diversité et Égalité bestudeert de diversiteit van Waalse en Brusselse tv-programma’s en publicaties. De barometer toont aan dat in 2017 daadwerkelijk 96,22% van de journalisten onder de noemer ‘blank’ geplaatst kunnen worden.

De stelling dat het aantal gekleurde mensen in de media sinds 2013 is, verdient enige nuance. In 2017 kwamen wel degelijk minder gekleurde journalisten/presentatoren en experten in beeld dan in 2013, maar wat woordvoerders betreft bleef de representatie doorheen de jaren stijgen. Daarnaast zijn er bevolkingsgroepen die in 2017 wel relatief goed in de media vertegenwoordigd werden. Het gaat hierbij over Oost-Europeanen, Zwarten en Mestiezen (Latijns-amerikanen met gemengde Indiaanse en Europese voorouders, red.). Die goede vertegenwoordiging wordt kennelijk veroorzaakt door hun aanwezigheid in onder andere sportprogramma’s, het Eurovisiesongfestival en de Koningin Elisabethwedstrijd. Bovendien is de stijging of daling van de representatie afhankelijk van het genre en het medium.

Het aandeel gekleurde mensen dat in de media hooggewaardeerde beroepen uitoefent is tussen 2013 en 2017 gedaald met 8,25%. Ook hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat in sommige genres van tv-programma’s, zoals bijvoorbeeld amusementsprogramma’s, die daling niet merkbaar is.

Geraadpleegde bronnen