Geen tijd om te lezen?
Dit zijn onze conclusies!

Het enige bewijs is te vinden in een online rapport van het VAERS, het Amerikaans platform waar mogelijke neveneffecten van vaccinaties gemeld kunnen worden.

Op het moment van de vaccinatie van het meisje liepen er geen testprogramma’s met kinderen van die leeftijd.

Het VAERS is niet de meest betrouwbare bron voor individuele gevallen: ingediende rapporten worden niet nagekeken op valse informatie. De data kan dienen als alarmbel of aanleiding om verder onderzoek te doen.

Iedereen kan een rapport indienen en je moet geen oorzakelijk bewijs leveren.


Geen lopende klinische onderzoeken bij jonge kinderen ten tijde van het overlijden

Volgens het rapport dat gepubliceerd werd door het VAERS (Vaccine Adverse Event Reporting System) werd het meisje gevaccineerd op 25 februari. Ze zou zes dagen later, op 3 maart, gestorven zijn. Pfizer deed in die periode geen klinische studies bij kinderen van 6 maanden tot 12 jaar, die begonnen pas in de voorlaatste week van maart. Ook universiteiten die zulke proeven organiseren, deden dat niet in de periode van haar vaccinatie. Stanford University bijvoorbeeld, die door Artsen voor Vrijheid wordt vermeld, begon nog later: op 14 april. Een ‘gewone’ vaccinatie, buiten een testperiode, had ook niet kunnen plaatsvinden. Het vaccin is momenteel enkel goedgekeurd om toe te dienen bij mensen vanaf 16 jaar.

Het enige bewijs ligt bij VAERS

VAERS is het Vaccine Adverse Event Reporting System van Amerika. Op dat platform, dat in het bezit is van de federale overheid, worden rapporten verzameld waarin de neveneffecten van een vaccin worden beschreven. Het is de bedoeling om bepaalde (onverwachte) bijwerkingen vroeg op te kunnen sporen. Daarom kunnen niet alleen dokters, maar ook burgers rapporten indienen. De claim dat een tweejarig meisje stierf door het coronavaccin van Pfizer, staat in zo’n rapport beschreven. Dat rapport is de enige vorm van bewijs waar de websites zich op baseren.

Je hoeft geen bewijzen te leveren om te rapporteren bij VAERS

De rapporten die aangeleverd worden bij het VAERS, worden niet nagekeken op fouten: je kan eender welke informatie doorgeven. Er hoeven ook geen causale bewijzen te worden geleverd: je moet niet staven dat die effecten door het vaccin zelf ontstonden. Op haar website waarschuwt het VAERS zelf dat de gepubliceerde informatie in hun databank inaccuraat, incompleet, toevallig of oncontroleerbaar kan zijn. Het is dus de bedoeling om deze data in combinatie met wetenschappelijke onderzoeken te interpreteren. Als er zich een bepaalde trend voordoet bij de effecten van een bepaald vaccin, dan moet een wetenschappelijke studie uitwijzen of dat vaccin ook effectief de boosdoener is. Het VAERS geeft zelf ook aan dat je geen conclusies kan trekken uit hun gegevens. Desondanks wordt dat in artikels zoals die van Artsen Voor Vrijheid wel gedaan.

Mensen vergeten dat het platform makkelijk misbruikt kan worden om bepaalde informatie te verspreiden of dat velen onbewust een rapport indienen met een bepaalde vooringenomenheid. Zo waren er talloze ouders die autisme aangaven als het gevolg van een vaccin en worden er nu wel erg veel doden toegekend aan coronavaccins. Ook een artikel van Vice geeft aan hoe (de informatie van) VAERS regelmatig misbruikt wordt om bepaalde beweringen te staven.

Volgens originele bron al de tweede dosis: dat kan niet

In de bron die het Nederlandstalige artikel vermeldt, staat dat het kind stierf na een tweede dosis. Dat staat ook zo in het VAERS-rapport. Dat is ook opmerkelijk als je weet dat er 21 dagen tussen twee prikken met het Pfizer-vaccin moeten zitten. Ten tijde van haar zogezegde eerste prik, ten vroegste ergens begin februaru, waren er zeker nog geen lopende klinische studies bij kinderen van die leeftijd..

Ze werd lang voor de vaccinatie opgenomen in het ziekenhuis

In het rapport op het VAERS staat ook dat ze zeventien dagen gehospitaliseerd was. Dat wil zeggen dat ze al op 15 februari werd opgenomen. Na de vorige stellingen, lijkt de kans groter dat ze is gestorven aan de reden waarvoor ze werd opgenomen. Daarenboven zou ze bij ziekte ook niet toegelaten worden bij een proefprogramma en al zeker niet als het kind gehospitaliseerd was. Bij een proefprogramma worden er in de eerste fase meestal gezonde personen gebruikt. In fase twee en drie worden er ook mensen met stabiele, onderliggende medische aandoeningen betrokken. Bij de studie van Pfizer bij kinderen tussen 6 maanden en 12 jaar, werd er tot nu toe alleen op gezonde personen getest.

 
Geraadpleegde Bronnen