Nee, coronavaccins “shedden” niet en veroorzaken geen hepatitis bij kinderen
Artsen Voor Vrijheid is een organisatie van artsen en andere zorgmedewerkers die kritisch staat over de COVID-vaccins en de maatregelen tegen het coronavirus en ze verspreiden regelmatig desinformatie. Ze schrijven dat blootstelling aan iemand die gevaccineerd is zou leiden tot onder andere bloedklonters in de baarmoeder, zwellingen in de balzak en afwijkingen in de borst. Hiervoor citeren ze de Amerikaanse dokter Northrup, een gynaecologe die meent dat sommige vrouwen hun borstkanker rechtstreeks aan verkeerde emoties en ontregelde chakra’s te danken hebben. Ze is ook één van de ‘disinformation dozen’: twaalf mensen die achter de meeste vaccin hoaxen op het internet zitten.
Op Ninefornews gaat het over tromboses, zenuwuitval en verschillende andere aandoeningen. Zij baseren zich onder andere op America’s Frontline Doctors, een organisatie die in het verleden al foute informatie over COVID-19 verspreidde.
Daarnaast worden vaak documenten van Pfizer, het farmaceutisch bedrijf achter één van de vaccins tegen COVID-19, aangehaald. Die documenten worden echter verkeerd geïnterpreteerd. Er is ook geen mechanisme bekend waarop deze claims gestoeld zouden kunnen zijn.
Er wordt gesteld dat mensen na vaccinatie bepaalde deeltjes uitscheiden, hetgeen wordt shedding genoemd. Die deeltjes zouden dan schade kunnen veroorzaken aan mensen in de omgeving. De shedding-theorie is alvast niet correct.
Shedding wordt inderdaad soms gezien bij “levend geattenueerde vaccins”. Bij deze techniek wordt de ziekteverwekker waartegen men vaccineert in verzwakte vorm toegediend. Bij die vaccins is er dus een mogelijkheid dat de verzwakte ziekteverwekker zich nog vermenigvuldigt in het lichaam (3). Het vaccin tegen rodehond is op deze manier gemaakt. Het is belangrijk te beseffen dat geen enkele van de in België beschikbare vaccins levend geattenueerde vaccins zijn.
De vier coronavaccins die in België voorlopig op de markt zijn maken gebruik van ofwel vetbolletjes met mRNA ofwel vectorvirussen die gebruik maken van DNA. Na de injectie smelten de vetbolletjes of de vectorvirussen samen met cellen in de schouderspier of in naburige lymfeklieren. Daar wordt de instructie gegeven aan de cel om spike-eiwitten aan te maken, het eiwit dat het coronavirus gebruikt om lichaamscellen binnen te treden. Dat spike-eiwit wordt door het immuunsysteem opgemerkt waarna er antistoffen aangemaakt worden die het spike-eiwit, en daardoor ook het coronavirus, kunnen neutraliseren.
Een belangrijke eigenschap van mRNA, of die nu in het lichaam zelf geproduceerd wordt of uit een vaccin komt, is dat het zeer snel afgebroken wordt. Binnen enkele uren of dagen na de vaccinatie is het verdwenen uit het lichaam. Het kan niet in het lichaam verder gekopieerd of ingebed worden in het genetisch materiaal van de cel zelf.
De vectorvirussen zijn ook zodanig aangepast dat ze zichzelf niet kunnen vermenigvuldigen in lichaamscellen. Hun DNA verdwijnt over een vergelijkbare tijdsperiode als mRNA uit lichaam. Het spike-eiwit wordt dus maar gedurende een korte tijd aangemaakt. Dat gebeurt voornamelijk in de cellen van de spier en naburige lymfeklieren.
Het kan gebeuren dat een deel van de vaccinvloeistof in de bloedsomloop terecht komt. Daarbij zou het mRNA eventueel tot in de longen kunnen raken. Ook daar kan er slechts een beperkte hoeveelheid spike-proteïne aangemaakt worden. Het is dus niet mogelijk om in grote mate spike-eiwit uit te scheiden bij het ademen, via de huid of bij seksueel contact. Dit geldt ook voor de andere stoffen in de vaccins tegen COVID-19.
Gesteld dat het wél mogelijk was grote hoeveelheden spike-eiwit uit te scheiden, dan is de stap tot het ernstig ziek maken van anderen nog steeds onoverbrugbaar. Het S-eiwit kan in theorie bij inademing, net als veel andere lichaamsvreemde stoffen, een milde ontstekingsreactie uitlokken. Die zou wellicht vaak onopgemerkt passeren. Dat komt helemaal niet in de buurt van de tromboses, vruchtbaarheidsproblemen en spontane abortus waar sprake van is.
Er zijn ook steeds meer gegevens die aangeven dat het vaccin op zich veilig is tijdens de zwangerschap. Bij vrouwen gevaccineerd tijdens de zwangerschap treden er niet meer zwangerschapscomplicaties op dan men zou verwachten bij niet-gevaccineerde zwangere vrouwen. Er is dus geen reden om te geloven dat indirecte blootstelling wel dergelijke complicaties zou kunnen veroorzaken.
Hoe zit het dan met de documenten van Pfizer, die aangehaald worden om de eerder beschreven claims te ondersteunen? Concreet gaat het hier over het protocol van de studie die Pfizer uitgevoerd heeft om de werkzaamheid en veiligheid van het vaccin te beoordelen. Hierin wordt élk aspect van de studie in detail uitgelegd, ook wat er moet gebeuren als een zwangere of borstvoedinggevende vrouw direct of indirect blootgesteld wordt aan het vaccin. Die mensen worden uit voorzichtigheid door de onderzoekers opgevolgd, die elke afwijking zouden rapporteren.
Artsen Voor Vrijheid beweert, gebaseerd op het protocol, dat Pfizer bekent dat schadelijke shedding zou optreden, dat klopt dus niet. Er werden uiteindelijk ook geen afwijkingen bij indirect blootgestelde personen gerapporteerd.
Die voorzichtigheid betekent dus niet dat men vooraf al dacht dat er problemen bij indirecte blootstelling aan het vaccin zouden kunnen optreden. Bij elke medische studie wordt er namelijk geprobeerd geen enkele mogelijke bijwerking over het hoofd te zien, hoe vergezocht die ook zou mogen zijn. Zo werd bij de studie naar het Moderna-vaccin hartritmestoornissen gerapporteerd als mogelijke bijwerking van het vaccin bij een man die geraakt was door een bliksemschicht. Het is echter evident dat er geen link was tussen de hartproblemen en het vaccin, wat ook bevestigd werd door het Amerikaans geneesmiddelenagentschap.