Aantal doden per miljoen inwoners: Zweden is de slechtste van de klas

Mag je zomaar landen met elkaar vergelijken? 

Verschillende landen met elkaar vergelijken is, voor alle duidelijkheid, een zeer moeilijke oefening, zeker in deze corona-epidemie. Je kan de coronacijfers dus niet zomaar vergelijken. Andere landen hebben niet alleen andere maatregelen, ze tellen overlijdens ook op andere manieren. Bovendien bevinden ze zich vaak in een andere fase van de epidemie. 

Welke cijfers kennen we al?

Zweden telt op 18 mei 3.679 doden door het coronavirus. Ze doen het dus beter dan bijvoorbeeld België (9.052 doden). Maar in vergelijking met andere Scandinavische landen is Zweden wel de slechtste van de klas. Een vergelijking per miljoen inwoners suggereert dat Zweden het toch niet zo goed doet. Met meer dan 340 doden per miljoen inwoners tellen ze 3 keer meer doden dan Denemarken en bijna 8 keer meer doden dan Noorwegen, buurlanden van Zweden die wel kozen voor een strengere lockdown. 

Bron: Our World in Data

Het merendeel van de besmettingen in Zweden is afkomstig uit grote steden zoals Stockholm en Göteborg. Vooral in de oudere bevolkingsgroepen is de dodentol zwaar. Vele critici beweren dan ook dat de bejaarden de tol zullen betalen. Hoewel Anders Tegnell, de Zweedse staatsepidemioloog, dat nuanceert door te zeggen dat er nu eenmaal een grotere populatie aan 80-plussers is in Zweden. Zeker wanneer je de demografie vergelijkt met buurlanden Noorwegen en Finland.

Immuniteitscijfers: Slechts een klein percentage heeft antistoffen tegen het coronavirus

Wanneer bereik je groepsimmuniteit?

Zweden hoopt om met hun minder strenge aanpak sneller de groepsimmuniteit te bereiken. Maar om de verspreiding van het coronavirus te stoppen, moet 50 tot 70 procent van de bevolking antistoffen tegen het coronavirus aanmaken. Die landgenoten hebben de ziekte dus al eens doorgemaakt en zijn immuun voor een mogelijke volgende infectie.

Welke cijfers kennen we al?

Op termijn zal groepsimmuniteit nodig zijn om het coronavirus onder controle te kunnen houden, maar die groepsimmuniteit zal in vele landen alleen bereikt kunnen worden door een wereldwijd vaccinatieprogramma tegen het virus. Een groepsimmuniteit van 50% tot 70% is in vele landen dus nog veraf. En die is essentieel om een tweede uitbraak te voorkomen.

Volgens professor Pierre Van Damme van de Universiteit van Antwerpen had slechts 6 procent van de Belgen in de week van 20 april antistoffen. Dat meldden De Standaard en VRT NWS en bleek uit het tweede immuniteitsonderzoek. De Zweedse Public Health Agency, daarentegen, schatte dat ongeveer een kwart van de bevolking in Stockholm begin mei besmet was. Stockholm is wel een van de zwaarst getroffen regio’s en daar worden ook de meeste tests uitgevoerd. De eerste onderzoeken in het Danderyd ziekenhuis toonden aan dat 20% van het personeel immuun was voor het coronavirus. Dat zegt Anders Tegnell, de Zweede staatsepidemioloog die daar de coronarcisis coördineert. Echte resultaten worden pas binnen twee weken verwacht. We kunnen dus besluiten dat er wereldwijd nog maar weinig mensen antistoffen hebben aangemaakt tegen het coronavirus.

De R-waarde daalt, ook in Zweden

Wat is een R-waarde?

De R-waarde, ook wel reproductiegraad genoemd, toont aan hoeveel personen er besmet geraken door, in dit geval, één coronapatiënt. Volgens de WHO schommelde die waarde in het begin van de epidemie tussen 2 en 2,5, maar gedurende de evolutie van de wereldwijde pandemie fluctueert dat getal. Volgens sommigen is de daling te wijten aan het invoeren van een lockdown. Maar zowat alle landen streven naar hetzelfde: een R-waarde kleiner dan 1. Alleen dan verspreidt het coronavirus zich niet meer exponentieel.

Welke cijfers kennen we al?

De Zweedse Public Health Agency publiceerde een studie die de daling van de R-waarde in Zweden aantoont. Op 1 april had Zweden nog een R-waarde van 1,40. Terwijl de recentste cijfers (25 april) eerder spreken over een reproductiegraad van 0,85. Hieruit kan, met enige voorzichtigheid, worden afgeleid dat het ook in Zweden de goede kant opgaat. Maar waaraan is dat te wijten? Want in Zweden is er geen lockdown. Zijn de Zweden dan gewoon verantwoordelijker? Niemand kan daar nu al uitspraken over doen.  

 

Zweedse reproductiewaarde tussen 17 februari en 25 april.
Bron: Public Health Agency Zweden

Ook in België daalt de R-waarde, zei viroloog Steven Van Gucht tegen VRT NWS en De Morgen. Begin mei was de reproductiegraad teruggezakt tot 0,6, terwijl die een tijd geleden nog 2 of 3 bedroeg. De daling is dus veel groter dan in Zweden, wat aantoont dat de lockdown hier een duidelijk effect heeft gehad op de verspreiding van het coronavirus. De mate waarin een coronapatiënt iemand anders besmet, is momenteel dus ook kleiner in België dan in Zweden, waar er geen lockdown is.

Oversterfte

Wat is oversterfte? 

De over- of ondersterfte is een afwijking ten opzichte van het normaal aantal overlijdens dat op een bepaald moment (week, maand, jaar) verwacht wordt. Die afwijking wordt uitgedrukt als een z-waarde die het mogelijk maakt om verschillende landen met elkaar te vergelijken. Verschillen in de bevolkingsgrootte of kalendereffecten worden namelijk weggefilterd. Een z-score groter dan 4 toont aan dat er significant meer doden zijn dan normaal. Terwijl z-scores lager dan 0 een ondersterfte weergeven. Daarnaast is het nodig om op te merken dat sterfgevallen vaak met enige vertraging gemeld worden. Dus het is waarschijnlijk dat de z-scores van de laatste weken later nog aangepast moeten worden.

De blauwe lijn in de grafieken hieronder toont de afwijking tegenover het normaal aantal te verwachten overlijdens. De rode lijn geeft weer vanaf wanneer we spreken van een oversterfte.

Bron: EuroMOMO

Welke cijfers kennen we al? 

De oversterfte is in Zweden effectief groter dan in buurlanden Finland, Noorwegen en Denemarken. Dat is af te leiden uit bovenstaande grafieken, die EuroMOMO wekelijks update. De z-scores geven een indicatie van de oversterfte. Toch schommelen de curves van Noorwegen, Finland en Denemarken rond 0, wat duidt op een zeer lage, of zelfs afwezige oversterfte. Zweden, daarentegen, heeft op 12 april een z-score van 14,50, wat aantoont dat er op dat moment sprake was van een grote oversterfte. De curve lijkt de laatste 3 weken wel terug te dalen, al kan dat ook te wijten zijn aan een late rapportering van sterfgevallen. Het is dus niet zo dat de epidemie in Zweden “in grote lijnen op dezelfde manier verloopt” als in de buurlanden. Daar staat tegenover dat ook België het niet bijster goed doet. In vergelijking met de Scandinavische landen gaat de curve in ons land nog meer de hoogte in.

Wat vindt Zweden zelf?

En of de Zweedse aanpak succesvol is? Op die vraag durft de Zweedse staatsepidemioloog Anders Tegnell nu nog niet te antwoorden. “Het is nog te vroeg, en het is heel moeilijk om dat nu al te voorspellen. Elk land moet de groepsimmuniteit op een of andere manier bereiken, en wij doen dat op een andere manier”, besluit hij in een interview met Nature

Conclusie

In elk land wil het beleid natuurlijk vooral overlijdens vermijden. Inzake overlijdens doet Zweden het wel beduidend beter dan België, maar ook beduidend slechter dan haar buurlanden. 

Het is overigens niet eenvoudig om met cijfers aan te tonen dat net het beleid een verschil heeft gemaakt. België en Zweden hadden misschien ook gewoon meer besmettingshaarden dan andere landen.  

Feit is wel dat het virus in Zweden op dit moment nog meer mensen besmet dan in België, want de R-waarde ligt er hoger. Dat is mogelijks wel degelijk gerelateerd aan het lossere beleid. Zweden heeft dan weer het voordeel dat er relatief gesproken meer mensen zijn met antistoffen. 

Het land heeft meer overlijdens dan zijn buurlanden die wel voor een strenger lockdownbeleid kozen. De cijfers laten, met andere woorden, niet toe om zonder meer te concluderen dat de Zweedse aanpak “beter” is.