Hoeveel asielzoekers vragen een tweede keer asiel aan na een weigering?
Op 5 juni 2025 hield Francesca Van Belleghem, Kamerlid voor Vlaams Belang, een tussenkomst in het federale parlement gericht aan minister van Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt (N-VA). In haar betoog bekritiseerde Van Belleghem het Belgische asielbeleid en stelde ze dat ons land beter het voorbeeld van Nederland zou volgen.
Zo stelde ze dat “nooit, maar dan ook nooit, heeft de heer Wilders gezegd dat België een gidsland is op het vlak van asiel en migratie. Sterker nog, niemand in de Europese Unie heeft dat ooit gezegd! Als u dan toch zo graag naar Nederland verwijst, Nederland heeft drie keer minder asielzoekers dan wij!” De uitspraak werd ook gedeeld op de Facebook- en Instragramkanalen van Vlaams Belang.
In een reactie aan Factcheck.Vlaanderen verduidelijkt Van Belleghem dat ze met haar uitspraak verwijst naar het aantal asielzoekers in verhouding tot het bevolkingsaantal. Ze baseert zich daarbij op cijfers van Eurostat over de eerste vier maanden van 2025, en dan specifiek op het aantal eerste asielaanvragen.
In die periode registreerde België 11.975 eerste aanvragen, tegenover 6.490 in Nederland. Omgerekend per miljoen inwoners komt dit neer op 3,1 aanvragen in België en 1,1 in Nederland. Op basis van die verhouding telde België begin 2025 dus ongeveer 2,7 keer meer asielaanvragen per inwoner dan Nederland, wat afgerond overeenkomt met een factor 3. België heeft voor die periode dus ongeveer drie keer zoveel eerste asielaanvragen per inwoner als Nederland.
Volgens de Nederlandse immigratie- en naturalisatiedienst was er begin dit jaar in Nederland wel een halvering van het aantal eerste asielverzoeken. Een vergelijk met het eerste kwartaal van 2024 toont dat vooral het aantal applicaties uit Jemen, Syrië en Irak sterk afnam.
Volgens dezelfde dataset van Eurostat waren er in 2024 in België 33.050 eerste asielaanvragen, terwijl Nederland er 57.785 telde. Dat geeft dus een ander beeld dan de cijfers van begin 2025.
Als we deze aantallen afzetten tegen de bevolkingscijfers van 1 januari 2024, dan komt dat neer op 2,8 eerste asielaanvragen per 1.000 inwoners in België, en 3,2 in Nederland. Over het hele jaar genomen waren er in Nederland dus ongeveer 1,15 keer meer aanvragen per inwoner dan in België.
Om landen met een verschillende bevolkingsgrootte beter te kunnen vergelijken, kan ook gekeken worden naar het gemiddelde aantal eerste asielaanvragen per 100.000 inwoners over een periode van vijf jaar.
De vergelijking is gebaseerd op cijfers sinds 2020. Elk jaar werd het aantal asielaanvragen gedeeld door het aantal inwoners. Daaruit blijkt dat België over die vijf jaar gemiddeld één derde meer asielaanvragen per inwoner had dan Nederland.
Volgens migratie-expert Pascal Debruyne, verbonden aan Odisee Hogeschool is de belangrijkste factor voor migratie in bijna heel de EU dezelfde: familie- en gemeenschapsnetwerken. “Die geven de doorslag,” zegt hij.
Via zulke netwerken hebben mensen een vangnet, en daardoor vaak ook toegang tot kansen op de formele of informele arbeidsmarkt. Sommige groepen beschikken over sterkere netwerken, afhankelijk van hun herkomst en waar ze zich vestigen. “Denk bijvoorbeeld aan Roemenen in Brussel, of Roma uit Kosovo in Sint-Niklaas,” aldus Debruyne.
De bewering dat Nederland per inwoner drie keer minder asielaanvragen heeft dan België klopt alleen als je kijkt naar de cijfers van de eerste vier maanden van dit jaar. Over een langere periode van 5 jaar bekeken, verwerkt België gemiddeld een derde meer asielaanvragen per inwoner dan Nederland.