Dat de helft van de Vlamingen geen vertrouwen heeft in de overheidscommunicatie over corona klopt niet 

In Het Nieuwsblad verscheen op 6 mei een artikel met de titel dat de helft van de Vlamingen geen vertrouwen heeft in de overheidscommunicatie over corona. Die claim is gebaseerd op de cijfers uit een studie van Indiville en RCA waarin 1000 Vlamingen werden bevraagd tussen 25 april en 4 mei. Het onderzoek werd gevoerd naar aanleiding van de persconferentie van de Nationale Veiligheidsraad op 24 april waarna er commotie was ontstaan over de informatie die de overheid op die persconferentie verstrekte. Wanneer we de exacte cijfers erbij halen, blijkt dat die op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. 

42% vindt de overheidscommunicatie van 24 april niet “vertrouwenwekkend”

In het onderzoek krijgen de respondenten verschillende tegengestelde begrippen voorgelegd waarvan hij of zij moet aangeven in hoeverre ze van toepassing zijn op de persconferentie van 24 april. Uit de studie blijkt dat geen 50%, maar 42% van de Vlamingen de overheidscommunicatie toen niet vertrouwenwekkend vond. Daarnaast moet ook de vraag gesteld worden waar het onderscheid ligt tussen “onbetrouwbaar” en “niet vertrouwenwekkend”. Slechts 25% van de Vlamingen vindt de overheidscommunicatie onbetrouwbaar terwijl ze voor 42% niet vertrouwenwekkend is. 

Het klopt wel dat 54% van de Vlamingen de communicatie verwarrend en onduidelijk vindt, maar dat de helft van de Vlamingen geen vertrouwen heeft in de overheidscommunicatie over corona komt strikt gezien niet overeen met de cijfers in onderstaande figuur.

In eerdere studie vond 70% de overheidscommunicatie betrouwbaar

Een eerdere studie met een grotere steekproef toonde hoger vertrouwen in de overheidscommunicatie. Govtrust (Universiteit Antwerpen) peilde naar de betrouwbaarheid van de verschillende informatiebronnen met betrekking tot corona waaronder de overheidscommunicatie. De peiling werd afgenomen op 7 april en maakt deel uit van de wekelijkse bevraging die Govtrust sinds de invoering van de coronamaatregelen uitvoert en heeft dus niets te maken met de persconferentie van 24 april.

In het rapport staat dat de betrouwbaarheid van de communicatie door de overheden via televisie, website, posters, etc. voor 70% van de 87.967 bevraagden eerder sterk tot volledig betrouwbaar is. De overheden scoren volgens het rapport wellicht zo goed omdat hun communicatie nauw aansluit bij die van wetenschappelijke experten. 

De twee studies zijn moeilijk te vergelijken

Het is goed mogelijk dat het vertrouwen in de overheidscommunicatie in de tussentijd is afgenomen, maar de cijfers zijn niet met elkaar te vergelijken omdat de studies op een verschillend moment plaatsvonden en omdat de studie van Indiville en RCA specifiek over de persconferentie van de nationale veiligheidsraad ging. Bovendien is er een groot verschil in de grootte van de steekproef en werd in beide studies een andere puntenschaal gehanteerd.

Conclusie 

We kunnen concluderen dat de kop van het artikel in Het Nieuwsblad onjuist geformuleerd is. 42% van de Vlamingen vond de overheidscommunicatie tijdens de persconferentie van 24 april niet vertrouwenwekkend. 25% vond ze onbetrouwbaar. Uit een eerder onderzoek blijkt de communicatie door overheden voor 70% van de bevraagden betrouwbaar.