Nee, transvrouwen opzettelijk man noemen niet zomaar strafbaar in Schotland
Na een controversiële post op sociale media werd de Ierse zangeres Róisín Murphy verwijderd uit de line-up van een festival in Istanbul. Op X deelde ze namelijk een grafiek over transgender en non-binaire jongeren van 18 tot 22 jaar in de Verenigde Staten. Ze schreef daarbij "It was never real. Terribly sad though. Absolute havoc wreaked on children, families and society."
Volgens die grafiek daalde het aandeel transgenderpersonen in deze leeftijdsgroep tussen 2022 en 2024 van ongeveer 6% naar iets meer dan 3%, terwijl het aandeel non-binaire personen tussen 2023 en 2024 daalde van 5% naar 2%.
De grafiek dat Róisín Murphy deelde op X.
Een omgekeerde zoekopdracht op de grafiek leidt ons naar psychologe dr. Jean Twenge, professor aan de Universiteit van San Diego. Zij maakte deze grafiek voor een blogpost getiteld ‘Trans identification really is in free fall: New data’. Haar post ontstond naar aanleiding van een eerdere virale claim, gebaseerd op minder betrouwbare studies. Om toch een betrouwbaarder beeld te krijgen, zocht professor Twenge vervolgens een dataset met een grotere steekproef.
Ze vond deze gegevens in de Cooperative Election Study (CES) van de Tufts University in Boston. De CES is een grootschalige enquête onder 50.000 Amerikanen, bedoeld om hun politieke opvattingen en belangen in kaart te brengen. Op basis van deze gegevens stelde ze de grafiek samen.
Maar ook in haar grafiek slopen fouten, zo blijkt uit een reactie van professor Brian Schaffner van het Tisch College, die betrokken is bij de CES. Via zijn Twitterprofiel stuiten we op een bericht waarin hij de bewering rechtstreeks weerlegt.
“Deze grafiek toont de foutenmarge niet”, schrijft hij. “Het cijfer voor transgender voor 2021 kan variëren van 3,8 procent tot 8,3 procent (95 procent betrouwbaarheidsinterval). Het cijfer voor 2024 kan variëren van 2,1 procent tot 4,8 procent.”
“Het kan dus dalen, stabiel blijven of zelfs licht stijgen”, besluit hij. De conclusie die professor Twenge en Róisín Murphy trekken over een dalende trend is dus misleidend.
Professor Brian Schaffner reageerde op X kritisch op de grafiek.
Ook los van de foutenmarge verdient de grafiek enkele kanttekeningen. Zo wordt de optie “zeg ik liever niet” buiten beschouwing gelaten, terwijl ook transgender en non-binaire personen hiervoor kunnen kiezen.
Uit een Amerikaanse studie blijkt bovendien dat angst voor onveiligheid of vervolging mensen kan weerhouden om eerlijk te antwoorden op vragen over gender of seksualiteit, vooral binnen de LGBTQ+-gemeenschap. Zelfs wanneer wordt benadrukt dat de antwoorden anoniem zijn, ervaren respondenten nog steeds een zeker risico.
Zoals professor Twenge in haar blogpost benadrukt, kan het ook gewoon om een uitschieter gaan. Hoewel het aantal mensen dat zich als transgender of non-binair identificeert al jaren stijgt, registreert de CES een duidelijke piek bij personen geboren in 2001, 2003 en 2004. Of dit een uitzondering is, kan alleen worden vastgesteld als wetenschappers deze vraag jaar na jaar consequent blijven stellen.
Grafiek transgender en non-binaire personen o.b.v. data door CES.
Maar daar wringt het schoentje. In januari gaf de Amerikaanse president Donald Trump de opdracht aan overheidsinstellingen om enkel ‘man’ en ‘vrouw’ als gender te erkennen. Omdat de CES deels wordt gefinancierd met overheidsgeld, kan dit bij de volgende bevragingsronde problemen opleveren. Zowel de Amerikaanse volkstelling als de meest recente enquête van het Centers for Disease Control and Prevention (CDC) peilden niet naar transgender- of non-binaire personen, waardoor er een gat in de gegevens ontstaat.
Hoewel de grafiek die Róisín Murphy deelt gebaseerd is op een betrouwbare dataset, houdt die geen rekening met de foutenmarge. Vanwege het betrouwbaarheidsinterval kunnen de cijfers “dalen, stabiel blijven of zelfs licht stijgen”, waardoor de conclusie van een scherpe daling van transgender en non-binaire jongeren misleidend is.